Programma
De dag was onderverdeeld in 3 centrale thema's met telkens twee sprekers. Digitale registratie op het terrein, deponering en opslag en ontsluiting/disseminatie.
In de namiddag waren een aantal expert classes binnen het thema van 'de digitale samenleving' voorzien.
# Ontvangst
9u30
Voorwoord Sonja Vanblaere, administrateur-generaal VIOE
# Deel I: Registreren en documenteren
9u45
Mark Baker (SSE, University of Reading, UK),
Virtual Environments for Research in Archaeology
The VERA (Virtual Environment for Research in Archaeology) project is based on a research excavation of part of the large Roman town at Silchester in north Hampshire, which aims to trace the site's development from its origins before the Roman conquest to its abandonment in the fifth century A.D. The VERA project aims to investigate how archaeologists use Information Technology (IT) in the context of a field excavation, and also for post-excavation analysis. The project is investigating the impact of e-Infrastructure and the take-up of digital devices on an archaeological community. VERA is a two-year project funded by the JISC VRE 2 programme, involving researchers from the University of Reading, University College London, and York Archaeological Trust. In this talk I will outline and discuss the core aspects of the VERA project, ranging from on-site activities and usability studies, through to collaborative work with the archaeological community, and the technical developments to support fieldwork and post excavation analysis.
10u20
Walter Laan (Archol, NL),
Doordacht Digitaal Documenteren
Een aantal digitale ontwikkelingen binnen de Nederlandse archeologie is in de afgelopen decennia algemeen goed geworden. Bijna ieder archeologische bedrijf of instantie maakt gebruikt van een relationele database om vondstverwerking en veldregistraties te documenteren. Het gebruik van dergelijke databases heeft zijn nut al goed bewezen en behoeft geen toelichting. Maar de digitale ontwikkelingen gaan door.
Doordat Robotic Total Stations enigszins betaalbaar zijn geworden en de software toegankelijker, zijn veel archeologische spelers omgeschakeld van analoog tekenen in het veld naar direct digitaal documenteren van vondsten en grondsporen mbv een Robotic Total Station. Archol heeft met enige aarzeling de eerste stappen in de richting van digitaal meten in het veld gezet. Tijdens de lezing zal Walter Laan de keuzes die gemaakt zijn binnen Archol toelichten en de veldprocedures, die nog altijd in ontwikkeling zijn, laten zien.
# Deel II: Archiveren en bewaren
10u55
Milco Wansleeben (DANS, NL),
Duurzame archivering digitale archeologische informatie
“De digitale archeologie heeft een digitaal geheugen nodig” is een spreuk die we een aantal jaren in de Nederlandse archeologie hebben gebruikt om wetenschappers en commerciële onderzoeksbureaus er van te overtuigen dat een elektronisch archief (e-depot) noodzakelijk is geworden. Bij opgravingen en verkenningen worden steeds meer gegevens (direct) digitaal vastgelegd en geanalyseerd. Van databases, CAD- en GIS-data tot honderden digitale veldfoto’s. Het duurzaam bewaren van al die verschillende bestandsformaten is geen eenvoudige taak. Als we willen dat een archeoloog over 10 jaar die gegevens weer moet kunnen vinden, begrijpen en hergebruiken, moeten we nu de nodige stappen zetten. Bij het e-depot voor de Nederlandse archeologie (EDNA) worden alle bestanden geconverteerd naar een duurzaam tekstueel uitwisselingsformaat en samengevoegd met de door de onderzoekers zelf aangeleverde metadata-beschrijving. De archeologische bestanden zijn, met of zonder toegangsrestricties, toegankelijk via het Internet (easy.dans.knaw.nl).
# Deel III: Ontsluiten en verspreiden
13u00
Julian Richards (ADS York, UK),
Making the Leap
The aim of the LEAP project (http://ads.ahds.ac.uk/project/leap/) was to investigate novel ways in which electronic publication over the Internet can provide broad access to research findings in the Arts and Humanities, and can also make underlying data available in such a way so that readers are enabled to 'drill down' seamlessly into online archives to test interpretations and develop their own conclusions. The LEAP project used the existing publishing infrastructure of the e-journal Internet Archaeology and preservation systems of the Archaeology Data Service (ADS) to provide sustainable exemplars of multi-layered e-publications and e-archives. Users can experience the project outputs from either the publication or archive level, and navigate seamlessly between the two. With funding from the Andrew W Mellon Foundation we are now developing a follow-up project, a Transatlantic LEAP, which will include linkages to US-based digital archives.
13u35
Jeroen Sondervan (AUP, NL)
Wetenschappelijk publiceren in het digitale tijdperk
Open Access publiceren. In de geestes- en sociale wetenschappen worden onderzoeksresultaten veelal in boekvorm gepresenteerd, in tegenstelling tot wat in de zogenaamde STM wetenschappen (science, technologie en medische wetenschappen) de gewoonte is, namelijk het artikel in een wetenschappelijk tijdschrift als neerslag van wetenschappelijk onderzoek. Met het digitale tijdperk zijn in de humaniora en sociale wetenschappen steeds meer initiatieven voor online tijdschriften. Binnen de academische wereld, wordt nu gekeken naar een nieuw model, waarbij gebruik gemaakt wordt van Open Access uitgeven. Door informatie niet (alleen meer) via papier te distribueren, maar op het internet vrij toegankelijk te maken, verdwijnen in elk geval de kosten van papier, drukken en distributie. Wat betekenen deze ontwikkelingen eigenlijk voor auteurs en hun wetenschappelijke output?
Verrijking van digitale informatie. AUP heeft in 2008, in samenwerking met negen archeologische instellingen het e-journal JALC ontwikkeld. Digitale technologie biedt diverse functionele en inhoudelijke voordelen en tevens nieuwe toepassingsmogelijkheden voor wetenschappelijke online publicaties. In oktober van datzelfde jaar werd dit project uitgebreid met een door SURF gesubsideerd project voor de ontwikkeling van verrijkte publicaties. Samen met de Universiteit van Amsterdam, Universiteit Leiden en het e-depot Nederlandse Archeologie (EDNA), ontwikkelt AUP op dit moment een infrastructuur voor verrijkte publicaties die wordt geïntegreerd in de online publicatieomgeving van JALC. Wat zijn eigenlijk de voordelen van dit soort verrijkingen van online publicaties?
# Expert classes: De digitale samenleving
14u10
Robin Kerremans (ICRI, KULeuven, BE)
Auteursrecht en Onroerend Erfgoed: Wie zoekt, die vindt...
Onroerend Erfgoed en archeologie werken doorgaans met oud tot zeer oud materiaal. De geldingsduur van auteursrechten is beperkt in de tijd. De link tussen beide is dus niet altijd voor de hand liggend. Wat hebben auteursrechten dan te maken met archeologie?
Nieuwe media dragen het in zich om auteursrechtelijk relevante handelingen (kopiëren en verspreiden) voor iedereen toegankelijk te maken, maar daarom is niet alles auteursrechtelijk beschermd. Meer kennis over de manier waarop het Belgische auteursrecht functioneert zou heel wat onduidelijkheden kunnen uitklaren. Een beter besef van wat wel en niet binnen het auteursrecht valt is noodzakelijk om op een berekende manier de nieuwe media in te schakelen in de sector van het onroerend erfgoed.
De link tussen auteursrecht en onroerend erfgoed is inderdaad niet voor de handliggend. Toch zijn er een aantal aandachtspunten te ontdekken. Vandaar: wie zoekt die vindt...
14u50
Shelley Bernstein (Brooklyn Museum, US)
Growing Community at the Brooklyn Museum
Focusing on the Brooklyn Museum's community-oriented and visitor-centered mission, Shelley Bernstein will discuss ways in which the museum has reached out to foster community online and grow supporters. Recognizing that honesty and transparency are key and that, above all, communities are made of people - she will discuss why reaching out via social media and community initiatives can help grow investment in the institution via personal connections.
15u30
Guus Lange (RACM, NL),
Digi-taal en scherven
Nu het digitaliseren en publiceren van het analoge materiaal uit onze archieven en bibliotheken een vlucht begint te nemen kan het internet gezien worden als ons globale geheugen. Maar hoe toegankelijk is dat geheugen? Hoe snel vind je wat je zoekt en hoe weet je dat er niet veel meer over het onderzoek te vinden is? Of heb je veel te veel niet-relevante antwoorden gekregen? Dit heeft alles te maken met taal.
Taalbegrip lijkt DE grote uitdaging te zijn op het Internet. Taal is cultuur, is persoonlijk, dus streek-, periode- en domeingebonden. Het zoeken naar kennis op het internet gaat via (tref)woorden. Menselijke communicatie verloopt ook via woorden, maar niet uitsluitend. Wij begrijpen woorden pas goed als ze in een context van andere woorden en in een tijd/ruimte perspectief staan. In een context begrijpen wij heel goed dat
de bank
een ander object is in:
met chips op de bank zitten
, dan in
geld naar de bank brengen
. Vakjargon, dialecten en andere talen maken het zoeken naar kennis nog lastiger.
Om dit gebrek aan begrip aan te pakken zijn er twee wegen:
- zorg ervoor dat computers begrip krijgen van de context van woorden
- vergeet taal en ga met beeld werken
In het kader van de Nationale Referentiecollectie – NRc - wordt bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort in samen werking met het archeologische veld gewerkt aan beide strategieën, in eerste instantie voor het Nederlandse taalgebied, maar met uitdrukkelijk een Europese ambitie. In de workshop zullen achtergronden en resultaten aan de orde komen die in of rond de NRc zijn ontwikkeld.
# Drink
16u10
We nodigen iedereen graag uit voor een afsluitend glas!